
The Internet of Things is here to stay
Een koelkast die je goedemorgen wenst, leuk!
Een horloge met GPS die inzicht geeft in je sportieve prestaties. Een kledingproducent die de retailroute van een spijkerbroek volgt dankzij een piepklein chipje dat in de jeans verstopt zit. Een boer die z’n oogst monitort met smart sensors via internet. Allemaal voorbeelden van the internet of things. Want niet alleen mensen zijn online, ook dingen. En veel ook. Verwacht wordt dat in 2020 tussen de 30 en 75 miljard objecten deel zullen uitmaken van dit netwerk.
Intelligente armbanden, fotolijstjes, speelgoed, medische apparatuur, aardbevingssensoren en vliegtuigen: het internet of things (IoT) groeit ontzettend snel en biedt oneindige mogelijkheden. Het verbinden van verschillende machines, apparaten en devices gebeurt al op grote schaal. We track & tracen bijvoorbeeld al jaren pakjes die we met koeriersdiensten verzenden. De technologie waarmee de koerier die informatie per pakje capteert en online ter beschikking stelt, is een vroeg voorbeeld van IoT. Analisten verwachten dat IoT-toepassingen in de nabije toekomst een verdere vlucht gaan nemen en innovatieve oplossingen zullen leveren op gebieden als energie, milieu, criminaliteit, gezondheidszorg en onderwijs. We staan aan de vooravond van een definitieve doorbraak.
Application Programming Interfaces
Eén van de grootste technologische veranderingen van de afgelopen tien jaar is de opkomst van de smartphone en – in its slipstream- de explosieve groei van mobiel internet. Om op internet te komen hoeven mensen niet langer achter hun computer te kruipen: een baanbrekende ontwikkeling. Volgens technology-onderzoeksbureau Gartner werden alleen al in 2013 wereldwijd bijna 1 miljard smartphones verkocht. Dit faciliteert mobiel internetgebruik: mensen hebben overal toegang tot hun cloudapplicaties en zijn niet langer afhankelijk van vaste netwerken. Geavanceerde technologieën achter sociale netwerken en de daaruit voortvloeiende communicatiemogelijkheden hebben een verdere bijdrage geleverd aan de groei. De API’s (Application Programming Interfaces) die ervoor zorgen dat onze computers, servers, smartphones en tablets met elkaar verbonden zijn, laten nu ook andere apparaten met elkaar laten communiceren: het internet of things.
Smart homes, smart cities
We leven al in smart homes: meer dan de helft van de Nederlandse gezinnen heeft een slimme televisie in huis , we loggen van afstand in op ons beveiligingssysteem, zetten de verwarming een graadje hoger of de wasmachine aan. Onze kinderen
spelen met connected toys. Denk aan een pop waarmee je kunt praten of een robothond die gesproken commando’s uitvoert. Het IoT is overal. Met behulp van IoT-toepassingen worden nu ook steden steeds smarter (lees: efficiënter en duurzamer). Verstedelijking, digitale technologie en data komen samen. Alles is verbonden met elkaar en met het internet.
IoT in Nederland
In Nederland zijn veel voorbeelden te vinden van steden die slimme projecten ontwikkelen. Zo zijn in Utrecht zongestuurde laadpalen voor elektrische auto’s geplaatst en is in Breda een app ontwikkeld waarmee je als verkeersgebruiker punten kunt verzamelen met je verkeersgedrag. Rotterdam heeft een smart city-aanpak, Amsterdam een speciale technologisch directeur die allerlei experimenten doet; van het plaatsen van sensoren voor druktemetingen in fietsenstallingen tot het geautomatiseerd in de gaten houden van mensenmassa’s tijdens evenementen. Ook gemeente Midden-Drenthe heeft een eigen smart city-app. Beleidsmakers kunnen zo beleid afstemmen op gekwantificeerde data, burgers hebben meer invloed op hun leefomgeving, dat is het uitgangspunt.
Misthoorn
In Amsterdam heeft The Things Network een LoRaWAN-netwerk opgezet. Dit Long Range Wide Area Network maakt wereldwijde machine-to-machinecommunicatie mogelijk. Het netwerk is niet geschikt om muziek te streamen of foto’s te versturen, maar kan wel simpele informatie doorgeven, bijvoorbeeld of de lamp in een lantaarnpaal nog werkt. Dingen – deuren, parkeerplaatsen en afvalcontainers – hebben maar een beperkte bandbreedte nodig, anders dan het ‘internet of humans’ dat WiFi, Bluetooth of 4G nodig heeft om foto’s, video’s en e-mails te versturen. Je kunt het vergelijken met geluid: bij een lage frequentie, zoals het geluid van een misthoorn, reikt geluid ver. Geluid met een hoge frequentie komt minder ver. The Things Network werkt er hard aan om zo veel mogelijk steden in de wereld aan te sluiten op het netwerk. Doel is om fysieke objecten in de stad te voorzien van sensoren, die vervolgens kunnen communiceren via het netwerk van The Things Network.
Voorbeelden van toepassingen zijn HoosjeBootje, waarbij boten hun eigenaar via een sensor een seintje geven als ze vollopen en Trakkies, die de gps-mogelijkheden van het netwerk gebruikt om kwijtgeraakte spullen terug te vinden. Nu al zijn wereldwijd 2500 netwerkpunten – gateways – actief. Vrijwilligers van New York tot Hilversum en van Teheran tot Londen zetten gateways op daken om het netwerk dekkend te maken.
Data4
Volgende keer vertellen we meer over de keerzijde van Internet of Things en geven we wat grappige voorbeelden. Het internet heeft wereldwijd veel teweeg gebracht en steeds meer bedrijven vragen naar specialisten op het gebied van IT. Kun jij je juiste mensen ook maar niet vinden? Laat ons dan wat weten via contact@data.nl, wij maken jouw perfect match!